maandag 28 mei 2012

Pubers aan de top!

Bezoek uit Nederland

Het is zomer ergens midden jaren '70 als we bezoek krijgen van een bevriende familie uit Nederland die hun vakantie voor het eerst bij ons in Noorwegen zal doorbrengen. Ik voel me diep ongelukkig want heb de vorige dag in een vlaag van verstandsverbijstering m'n lange blonde haar laten knippen in een extreem korte coupe, modelletje bob met pony. Geen idee wat me bezielde toen ik bij de kapper in Kongsberg binnenstapte. Dat ik me dat al realiseerde terwijl ik in de stoel zat, bleek uit mijn gênante zwijgen terwijl de goede man tijdens het knippen z'n best deed me te verleiden enkele woorden met hem te wisselen, niet vermoedend dat hij te maken had met een van de asociale buien die ik als puber al heel snel had als iets me niet beviel.

De vrienden arriveren en worden - behalve door mij - hartelijk ontvangen. Ze zijn onder de indruk van het moois dat ze onderweg zijn tegengekomen en spreken vol bewondering over de hytte en de prachtige plek. Het is heerlijk weer, de tafel staat vol Noors lekkers en mijn zwijgen heeft nog geen invloed op de sfeer. 


Puber!

Mijn puberjaren voelen als een zware, dikke deken. Een deken met een grote verstikkende impact. De deken onderdrukt mijn gevoel, maakt me vlak, somber, verlegen, onzeker en m'n stemmingen wisselend. Onzeker over werkelijk alles en met name over m'n uiterlijk. Ik vind mezelf lelijk; tanden, neus, lengte...en dan is er nog m'n haar, niet te vergeten. Het heeft een natuurlijke slag die ik niet wil, het moet veel en veel steiler...en oh ja, m'n handen...daar mankeert ook van alles aan; de vingers zijn niet lang genoeg en de duimen verstop ik altijd. De Cosmopolitan is m'n stijlbijbel en elke keer als ik naar de perfecte modellen kijk worden mijn imperfecties nog eens benadrukt.
Ik ben graag alleen. Dagdromen doe ik het liefst - en tekenen, eindeloos tekenen; lange meisjes maar vooral sprookjes. Sprookjes waarin het Noorse bos en de dieren een hoofdrol spelen. Als ik anno nu foto's uit die tijd bekijk, dan zie ik een vrouw in wording, een kind nog, lang blond haar en een typisch Scandinavisch gezicht - somber de camera in kijkend. 


Valt hier iets te lachen...


Actie!

Als een een aantal dagen later de deken en de somberheid minder zwaar voelen, is het tijd voor actie - en actie betekent meestal van het ene in het andere uiterste. Terwijl de ouders een dagje naar Kongsberg zijn, besluiten we de Store Ble te beklimmen. Direct achter het huis begint de kilometers lange tocht; het zandpad loopt langzaam en als een kronkelend lint omhoog, steeds verder het bos in. Daar lopen we, een groepje van zes kinderen, druk pratend en lachend; mijn vriendinnetje en ik, allebei met ons jongere broertje en zusje. 


Hernes-hytte met direct daarachter het pad naar boven...


Waar dik anderhalf uur later het steeds rotsachtiger geworden zandpad ophoudt, begint het serieuze klimwerk. De top van de Store Ble is vanaf dat punt niet meer zichtbaar waardoor het lastiger wordt ons te oriënteren. De tocht wordt steeds zwaarder. Het dichte en groene bos heeft plaatsgemaakt voor rotsen en halfdode, uitgedunde bomen en struiken die we gebruiken om ons aan op te trekken. De jongere zusjes zijn behendig en klauteren vastberaden achter ons aan. De broertjes moeten met hun negen jaar steeds vaker omhoog getrokken worden, maar ze houden vol - want hoe stoer is dit avontuur. Onder een man-hoge rots ligt een flink aantal botten verspreid - duidelijk restanten van kleinere dieren; hier huist een lynx. 

Het is warm, heel warm en de klimtocht duurt eindeloos lang. Blote armen en benen zitten vol krassen, schrammen en insectenbeten. Teruggaan is geen optie. Bletoppen moet en zal bereikt worden. Veldflessen worden steeds opnieuw gevuld met water uit de talloze beekjes en als we tenslotte - na uren klauteren - de top bereiken, kunnen we niet anders dan ademloos om ons heen kijken en het imposante uitzicht en de verkoelende bries op ons in laten werken. Bletoppen doet alle ontberingen teniet. 
Groot is de schrik als een van de zusjes plotseling van de rand naar beneden springt. Grapje, blijkt als we haar even later breed lachend op een anderhalve meter lagere richel zien staan. 


Bletoppen


We moeten terug. Het weer gaat omslaan. Van papa weet ik dat onweer van het ene op het andere moment kan toeslaan, ook als donderwolken aan een heldere hemel nog ver weg lijken. Steeds sneller gaan we naar beneden; eerst nog voorzichtig afdalend, van rots naar tak en van tak naar rots - maar naarmate het onweer dichterbij komt, steeds sneller, totdat we de enkele vlakke plateaus op onze route rennend oversteken om daarna nog sneller naar beneden te duikelen. 
Met het zandpad in zicht, bereiken we, struikelend over onze eigen benen, het laatste rotsplateau op weg naar huis. Met een oorverdovende klap als van een metalen plaat op een rots, slaat de bliksem achter ons in. De grond dreunt onder onze voeten en een intense zwavelgeur verspreidt zich. We durven niet om te kijken en rennen alsmaar door, de schreeuwende broertjes meesleurend. Eindelijk bereiken we het zandpad en pas als het begint te regenen, maakt angst langzaam plaats voor een voorzichtige vorm van opluchting. 

Het is zes uur en schemerig als de hytte in zicht komt. Doorweekt en uitgeput ploffen we neer op de veranda. Als we later alle zes in onze pyjama's op de bank zitten te lezen en onze ouders thuiskomen, is er - behalve verwarde haren, gehavende ledematen en gezichten - niets dat ons avontuur verraadt en niemand die de sterke verhalen van de broertjes serieus neemt. 


Hernes hytte i skogen (in het bos)

EVH
mei 2012 


Meer Scandinavië, informatie en inspiratie in de webshop op http://www.nordicmoods.nl/







2 opmerkingen:

  1. Leuk om te lezen en komen de herrinneringen naar boven. Je schrijft heel goed!!

    Liefs Marjan

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hej Marjan,
      Dank je wel :)! Zeker weten dat je binnenkort jezelf tegenkomt in de Noorse avonturen. Ik kan me nog iets herinneren van een bosbrand? ;)
      Liefs, Elise

      Verwijderen